zondag 20 mei 2018

Verschillend gebruik van het begrip “fundamentalisme” bij Benedictus XVI en Franciscus


 In de vijf jaar van zijn pontificaat gebruikte paus Franciscus het begrip “fundamentalisme” bijna drie keer zo veel als zijn voorganger Benedictus XVI in acht jaar. Niet alleen het verschil in frequentie valt op maar ook het verschil in het gebruik van het begrip.

“Fundamentalisme” bij Benedictus XVI

Als voorbeeld van Benedictus XVI kunnen we zijn laatste toespraak beschouwen die hij nog als kardinaal hield. Wat hij toen zei moeten we vanwege het belang ervan wat uitgebreider citeren. De beslissende uitspraak is onderstreept. Als deken van het College van Kardinalen preekte Joseph Ratzinger op 18 april 2005 in de Missa Pro eligendo Romano Pontifice (mis voor de pauskeuze):

"Hoeveel geloofsopvattingen hebben we de laatste decennia leren kennen, hoeveel ideologische stromingen, hoeveel manieren van denken… Het bootje van het denken van veel christenen is niet zelden door deze golven aan het schommelen gebracht, van het ene uiterste in het andere geworpen: van marxisme naar liberalisme tot aan libertinisme toe; van collectivisme naar radicaal individualisme; van atheïsme tot een vaag religieus mysticisme; van agnosticisme tot syncretisme enzovoorts. Elke dag ontstaan er nieuwe sektes en zo gebeurt wat de heilige Paulus gezegd heeft over het bedrog onder de mensen en over misleidend bedrog (vgl. Ef. 4, 14).
Als iemand een duidelijk geloof heeft in overeenstemming met het Credo van de Kerk, dan wordt dat vaak als fundamentalisme bestempeld. Daar tegenover lijkt het relativisme, waarin men door ieder zuchtje wind van de ene naar de andere opvatting wordt bewogen, de enige moderne levenshouding te zijn. Er ontstaat een dictatuur van het relativisme die niets als definitief erkent en als maatstaf alleen het eigen ik en zijn lusten laat gelden.”

Als paus gebruikte Benedictus XVI het begrip “fundamentalisme" in twee richtingen.
*             Enerzijds waarschuwde hij voor religieus en politiek fundamentalisme als oorzaak van geweld en terrorisme, vooral echter ook als oorzaak voor aanvallen op het christendom en voor beknotting en vervolging van de Kerk.
*             In een ander aspect zoals in zijn preek van april 2005, bekritiseert hij een verkeerd gebruik van het begrip dat dan gebruikt wordt om het kerkelijk geloof omlaag te halen en te belasteren als “fundamentalisme”.

“Fundamentalisme” bij Franciscus

Het fenomeen fundamentalisme ziet Franciscus in tegenstelling tot Benedictus XVI in feite alleen maar in de vorm van “religieus fundamentalisme”. Alleen op 24 september 2015 sprak hij in zijn toespraak voor het parlement van de VS van “iedere vorm van fundamentalisme – zowel op religieus als ook op ander gebied”. De nadruk bleef toch ook bij deze uitzondering overeind. Evenals Benedictus XVI gebruikt Franciscus het woord “fundamentalisme” in een dubbele samenhang. Deze verschilt echter duidelijk van die van zijn voorganger.
*             Soms gebruikt hij “religieus fundamentalisme” in samenhang met geweld en terrorisme als een algemene aanklacht tegen alle godsdiensten. Daar noemt hij de eigen godsdienst bij naam maar andere religies blijven ongenoemd. Daaruit kan de algemene indruk ontstaan dat “religieus fundamentalisme” vooral een probleem van het christendom, en wel van de katholieke Kerk zou zijn.
*             Die indruk wordt door de tweede samenhang nog versterkt omdat hij “fundamentalisme” – in dit geval ontdaan van geweld en terrorisme – als aanklacht tegen katholieken gebruikt en als binnenkerkelijk strijdbegrip inzet om delen van de Kerk aan te klagen, aan te vallen en te kleineren.
Het door hem benadrukte religieuze fundamentalisme is volgens hem een uitdrukking van “irrationele afkeer” van andersdenkenden. Hiertegenover moeten we de “solidariteit van alle gelovigen” stellen. Door de “interreligieuze en interculturele dialoog” worden fundamentalisme en terrorisme “uitgebannen”. Zo zei hij in zijn toespraak op 28 november 2014 in de Turkse hoofdstad Ankara.

Het fundamentalisme “de ziekte van alle godsdiensten”

Op de terugvlucht uit de Centraal-Afrikaanse Republiek op 30 november 2015 maakte Franciscus op een vraag van de journaliste Philippine de Saint-Pierre er een aanklacht van tegen katholieken:

“Het fundamentalisme is een ziekte die in alle godsdiensten aanwezig is. Wij katholieken hebben er enkele van – niet enkele: veel! – die geloven de absolute waarheid te bezitten en vooroplopen terwijl zij anderen met laster en kwaadsprekerij zwart maken, en zij richten schade aan, richten schade aan. En dat zeg ik omdat het over mijn Kerk gaat, ook over ons allemaal! En we moeten vechten. [….] Het fundamentalisme dat altijd in een tragedie of in misdaad eindigt, is iets slechts, maar een beetje ervan is in alle godsdiensten aanwezig.”

“Een beetje” fundamentalisme is “in alle godsdiensten” aanwezig maar bij de katholieken zijn er “veel” fundamentalisten, die “lasteren”, “kwaadspreken”, “zwart maken”, die “steeds tragedies en misdaden veroorzaken” en die “bestreden” moeten worden. Volgens Franciscus is het “religieus fundamentalisme” daarom op de eerste plaats een probleem van de katholieke Kerk. Sinds de Verlichting beweert dat een hele serie mensen die op een kerkvijandige manier de geschiedenis en het heden interpreteren. Een paus heeft dat in ieder geval nog nooit gezegd.
In verschillende toespraken en boodschappen creëerde Franciscus een samenhang tussen het “fundamentalisme”, “het misbruiken van de godsdienst” en het “internationaal terrorisme”. Het “internationaal terrorisme” gaat echter noch van christenen en al helemaal niet van katholieken uit maar van de islam. Tot nu toe noemde Franciscus geen man en paard (bijv. de toespraak tot de Italiaanse president op 10 juni 2017; toespraak bij het Symposium van de Bisschoppenconferenties van Afrika en Madagaskar op 7 februari 2015; toespraak bij de accreditering van 6 nieuwe ambassadeurs bij de Heilige Stoel, waarvan 4 uit in meerderheid islamitische landen, op 28 mei 2017).

“Ik houd er niet van te spreken van islamitisch geweld”

Op de terugvlucht van Manila op 19 januari 2015 sprak de journalist Jean-Louis de la Vaissière van France Presse de paus met name aan op het “islamitisch fundamentalisme”. Franciscus besteedde er eenvoudigweg geen aandacht aan. Op 31 juli 2016 op de terugvlucht van Krakau werd Franciscus opnieuw door een journalist, dit keer Antoine-Marie Izoard, aangesproken op het islamitisch fundamentalisme. Enkele dagen tevoren was de priester Jacques Hamel in Frankrijk tijdens de Mis door twee aanhangers van de terreurorganisatie Islamitische Staat (IS) aan het altaar ritueel vermoord. Izoard vroeg de paus: “ Waarom spreekt u, als u over deze gewelddaden spreekt, steeds van terroristen maar nooit van de islam? U gebruikt nooit het woord ‘islam’.” Dit keer werd Franciscus duidelijker en gaf tegelijk een van de meest omstreden antwoorden van zijn pontificaat. Op dit antwoord volgde hoofdschudden en geschokte meningen. De paus werd onevenredigheid, ontkenning van de werkelijkheid en een onaanvaardbare aanklacht tegen de katholieken verweten:

“Ik houd er niet van te spreken van islamitisch geweld want iedere dag als ik de kranten doorblader, zie ik geweld hier in Italië: de een brengt zijn verloofde om het leven, een ander zijn schoonmoeder.. En dat zijn gewelddadige, gedoopte katholieken… Als ik van islamitisch geweld spreek, moet ik ook van katholiek geweld spreken. Niet alle moslims zijn gewelddadig; niet alle katholieken zijn gewelddadig. Het is als bij een fruitsalade, daar zit van alles in, er zijn gewelddadige mensen in deze religies. Eén ding is waar: ik geloof, dat er in bijna alle religies steeds kleine fundamentalistische groeperingen bestaan. Fundamentalistisch. Bij ons zijn er. En ook als het fundamentalisme overgaat tot doden – men  kan echter ook doden met de tong, en dat zegt de apostel Jacobus en niet ik, en ook met het mes – geloof ik dat het niet juist is de islam gelijk te stellen met geweld.”

De reden voor de pauselijke weigering om de islam met name te noemen vinden we  Evangelii gaudium van 24 november 2013. Daar gaat he niet over een spontane uitspraak maar om het eerste Apostolische Schrijven van Franciscus. In Evangelii gaudium kent hij aan de islam absolute vredelievendheid toe:

“Tegenover de incidenten van een gewelddadig fundamentalisme moet de liefde voor de authentieke aanhangers van de islam ons ertoe brengen akelige generaliseringen te vermijden, want de echte islam en een juiste interpretatie van de koran sluiten ieder geweld uit.”

“Bedreiging voor de gelovigen van alle godsdiensten”

Aan de christenen van het Nabije Oosten, die in diverse staten door discriminatie bedreigd worden en aan vervolging onderhevig zijn, schreef Franciscus op 21 december 2014:

“De dialoog in waarheid en liefde die berust op een houding van openheid, is ook het beste middel tegen de bekoring tot religieus fundamentalisme, die een bedreiging is voor gelovigen van alle godsdiensten. Tegelijk is de dialoog een dienst aan de gerechtigheid en een noodzakelijke voorwaarde voor de langverwachte vrede.”

Maar alleen in zijn toespraak bij de interreligieuze ontmoeting met de voorzitter van de raad van Kaukasische moslims en vertegenwoordigers van de andere godsdienstige gemeenschappen in Azerbeidzjan in Bakoe op 2 oktober 2016 zei Franciscus, wat als boodschap van zijn terughoudendheid tegenover het geweld dat van de islam uitgaat, gezien kan worden die hij niet in de ik-vorm maar in het algemeen uitsprak: “Nogmaals klinkt vanaf deze zo betekenisvolle plaats de hartverscheurende roep: nooit meer geweld in de naam van God!”

“Conservatisme en fundamentalisme”

Als typisch voorbeeld van het gebruik van “fundamentalisme” als binnenkerkelijk strijdbegrip geldt de toespraak van Franciscus in de kathedraal van Florence op 10 november 2015 tot vertegenwoordigers van de Kerk van Italië:

“Tegenover de mistoestanden of de problemen in de Kerk is het nutteloos oplossingen te zoeken in conservatisme en fundamentalisme, in het herstel van traditionele praktijken en vormen die zelfs op het culturele vlak niet van betekenis zijn.”

“Conservatisme”, “traditionele praktijken en vormen” worden praktisch gelijk gesteld met “fundamentalisme”. Die uitspraak lijkt precies datgene waarvoor paus Benedictus op 18 april 2005 gewaarschuwd heeft

van Katholisches 30 april 2018
vertaling: C. Mennen pr

Geen opmerkingen: